Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AD6416

Datum uitspraak2001-11-29
Datum gepubliceerd2001-12-03
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers17/080208-01vev
Statusgepubliceerd


Uitspraak

Arrondissementsrechtbank Leeuwarden Sector strafrecht VERKORT VONNIS Uitspraak: 29 november 2001 Parketnummer: 17/080208-01 Ter terechtzitting gevoegde parketnummers 17/040072-01, 17/031942-01, 17/032115-01, 17/040174-01, 17/020214-01en 17/020219-01. Ter berechting gevoegd parketnummer 17/080175-01. Vordering na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 17/080061-00. VONNIS van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de ter terechtzitting gevoegde zaken van het openbaar ministerie tegen de verdachte: [verdachte], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], wonende te [adres], thans gedetineerd in HvB De Karelskamp (PI Almelo) te Almelo. De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 15 november 2001. De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M.J. van Rooij, advocaat te Leeuwarden. TELASTELEGGING Aan dit vonnis zijn door de griffier gewaarmerkte fotokopieën van de dagvaardingen gehecht, waaruit de inhoud van de telasteleggingen geacht moet worden hier te zijn overgenomen. In de telasteleggingen voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad. PARTIËLE VRIJSPRAAK De verdachte moet van het in de zaak met parketnummer 17/080208-01 onder 3. telastegelegde worden vrijgesproken, omdat de rechtbank niet bewezen acht dat het oogmerk van verdachte was gericht op wederrechtelijke toeëigening van goederen/geld uit de personenauto. BEWEZENVERKLARING De rechtbank acht het in de zaak met parketnummer 17/080208-01 onder 1. en 2., in de zaak met parketnummer 17/040072-01, in de zaak met parketnummer 17/031942-01 onder 1. en 2., in de zaak met parketnummer 17/032115-01, in de zaak met parketnummer 17/040174-01, in de zaak met parketnummer 17/020214-01 en in de zaak met parketnummer 17/020219-01 telastegelegde bewezen, met dien verstande dat: parketnummer 17/080208-01 1. hij op 18 augustus 2001 te Leeuwarden, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1a] en [slachtoffer 1b] en [slachtoffer 1c] en [slachtoffer 1d] en [slachtoffer 1e] heeft gedwongen tot de afgifte van cocaïne, toebehorende aan die [slachtoffer 1a] en/of die [slachtoffer 1b] en/of die [slachtoffer 1c] en/of die [slachtoffer 1d] en/of die [slachtoffer 1e], welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte die [slachtoffer 1e] een duw tegen de borst heeft gegeven en [slachtoffer 1b] tegen het hoofd/gezicht heeft geslagen en heeft verdachte opzettelijk dreigend voornoemde [slachtoffer 1a] en/of [slachtoffer 1b] en/of [slachtoffer 1c] en/of [slachtoffer 1d] en/of [slachtoffer 1e] de woorden toegevoegd - zakelijk weergegeven - "Ik moet spul van je hebben" en "Alles inleveren" en aldus een dreigende situatie heeft gecreëerd, waaraan voornoemde personen geen weerstand konden bieden. 2. hij op 18 augustus 2001 te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een portemonnaie met inhoud, toebehorende aan [slachtoffer 2], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit het naar de grond werken van die [slachtoffer 2] en vervolgens schoppen/trappen tegen het lichaam van die [slachtoffer 2] en met een mes op korte afstand en duidelijk zichtbaar voor die [slachtoffer 2] stekende bewegingen in de richting van die [slachtoffer 2] maken. parketnummer 17/040072-01 hij op 8 februari 2001 te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen 2 flesjes slagroom en boterkoeken, toebehorende aan het winkelbedrijf Lidl, welke diefstal werd gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 3a] en [slachtoffer 3b], gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte opzettelijk die [slachtoffer 3a] een zogenoemde "kopstoot" heeft gegeven en opzettelijk (gewelddadig) tegen die [slachtoffer 3a] heeft geduwd en opzettelijk dreigend op die [slachtoffer 3a] is afgelopen en opzettelijk (gewelddadig) met kracht een hekje, dat door voornoemde [slachtoffer 3b] met haar been gesloten werd gehouden, open te trekken of te rukken, waardoor die [slachtoffer 3b] pijn heeft ondervonden. parketnummer 17/031942-01 1. hij op 25 april 2001 te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 4]) met een nijptang tegen het hoofd heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden. 2. hij op 25 april 2001 te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend met een mes(je) stekende en/of zwaaiende bewegingen gemaakt in de richting van die [slachtoffer 4] en aan die [slachtoffer 4] getoond en daarbij deze dreigend de woorden toegevoegd : "Durf mij nu nog maar eens te pakken". parketnummer 17/032115-01 hij op 14 mei 2001 te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, een wapen van categorie I onder 7°, te weten een Pietro Beretta (voorkomend op lijst B van bijlage I Regeling wapens en munitie), zijnde een voorwerp dat voor wat betreft zijn vorm, afmeting en kleur een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen voorhanden heeft gehad en over heeft gedragen. parketnummer 17/040174-01 hij op 16 mei 2001 te Leeuwarden, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een (aldaar aan de [X-straat] gevestigde) rijwielzaak weg te nemen goederen en/of geld, toebehorende aan [slachtoffer 5], en zich daarbij de toegang tot voormelde rijwielzaak te verschaffen door middel van braak en inklimming, hebbende verdachte en/of zijn mededader een ruit van een deur van voormelde rijwielzaak kapotgetrapt en is zijn mededader vervolgens door de ontstane opening naar binnengeklommen en heeft zijn mededader vervolgens in deze rijwielzaak gezocht naar geld en/of goederen van verdachte en/of zijn mededaders gading, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid. parketnummer 17/020214-01 hij op 26 juni 2001 te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een ring, toebehorende aan [slachtoffer 6]. parketnummer 17/020219-01 hij op 28 juni 2001 te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 7]), tegen diens hoofd heeft geslagen en tegen diens lichaam heeft geschopt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden. De verdachte zal van het meer of anders telastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht. KWALIFICATIE Het bewezene levert op: in de zaak met parketnummer 17/080208-01 de misdrijven: 1. Afpersing. 2. Diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen. in de zaak met parketnummer 17/040072-01 het misdrijf: Diefstal gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken. in de zaak met parketnummer 17/031942-01 de misdrijven: 1. Mishandeling. 2. Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. in de zaak met parketnummer 17/032115-01 het misdrijf: Handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie. in de zaak met parketnummer 17/040174-01 het misdrijf: Poging tot diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming. in de zaak met parketnummer 17/020214-01 het misdrijf: Diefstal in de zaak met parketnummer 17/020219-01 het misdrijf: Mishandeling STRAFBAARHEID VERDACHTE De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken. STRAFMOTIVERING De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking: - de aard en de ernst van de gepleegde feiten; - de omstandigheden waaronder deze zijn begaan; - de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit het algemeen documentatieregister en het voorlichtingsrapport; - de vordering van de officier van justitie tot veroordeling van verdachte terzake het telastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht en verbeurdverklaring van de waterpomptang. Vanaf ongeveer 1988 is verdachte een strafblad gaan opbouwen en de misdrijven, die de rechtbank thans bewezen acht komen daar in veelvoud op voor. De vordering tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf, waarop vandaag ook moet worden beslist, betreft soortgelijke feiten als de thans bewezenverklaarde. In een periode van ruim zes maanden heeft verdachte negen typisch aan het drugscircuit gerelateerde misdrijven gepleegd. Met anderen werd een drugshandelaar van zijn beurs beroofd, er werd hierbij geweld gebruikt en door verdachte is met een mes gedreigd; drugsgebruikers werden door gewelddadig gedrag van verdachte gedwongen geld en/of drugs af te staan; na een winkeldiefstal en betrapping daarbij op heterdaad heeft verdachte geweld gebruikt; een maat uit het drugscircuit werd mishandeld, een andere werd een ring afgenomen; ongenoegen bij verdachte in het postkantoor leidde tot een mishandeling met een knijptang en een bedreiging met een mes van een willekeurige derde. Verder was verdachte nog betrokken bij een brutale poging tot een inbraak in een rijwielhandel en had hij op enig moment een namaakpistool bij zich. Rekening houdend met zijn recidive acht de rechtbank, zoals de officier ook vorderde, een vrijheidsstraf van twee jaar als uitgangspunt redelijk. Zij kan niet meegaan in het advies van de reclassering die een korte vrijheidsstraf adviseert en een lange voorwaardelijke met toezicht, het IMC en een vervolgbehandeling. De rechtbank onderkent wel dat er kentering lijkt te komen in de houding van deze verdachte, die tot 2000 geen gebruik maakte van de hulpverlening. In dat jaar heeft hij het IMC-programma van vier maanden afgemaakt, maar het "gewone" leven daarna inclusief methadon bezorgde hem zo veel problemen dat hij weer is teruggevallen in gebruik en criminaliteit. De reclassering zou met verdachte opnieuw in het IMC willen beginnen en daarop een langdurige behandeling willen laten volgen. Verdachte zou een afkeer hebben gekregen van de gebruikerswereld en zo een nieuw bestaan willen opbouwen. De rechtbank volgt dit advies niet op omdat zij niet deze indruk van verdachte heeft gekregen. Verdachte verdedigt zijn crimineel handelen op een wijze, waaruit geenszins zijn goede bedoelingen blijken. Het mislukken van de intake in de forensische verslavingskliniek Piet Roorda te Apeldoorn geeft hiervan mede blijk. De rechtbank zal wel zes maanden van deze twee jaren voorwaardelijk opleggen en daaraan de voorwaarde toezicht van de Kuno van Dijkstichting verbinden. Zij laat het aan deze reclassering over om te bezien of verdachte bij het verlaten van de gevangenis de juiste motivering heeft om opnieuw met hem het traject in te gaan van IMC. De mogelijkheid bestaat voor verdachte om in de gevangenis reeds de contacten met de reclassering te leggen, teneinde een dergelijk traject voor te bereiden. INBESLAGGENOMEN GOEDEREN De rechtbank acht het inbeslaggenomen voorwerp vatbaar voor verbeurdverklaring nu met betrekking tot dit voorwerp het feit is begaan en het toebehoort aan verdachte. VORDERING NA VOORWAARDELIJKE VEROORDELING Bij onherroepelijk geworden vonnis van 12 juli 2000, gewezen door de meervoudige strafkamer van de arrondissementsrechtbank te Leeuwarden, is de verdachte veroordeeld tot -voor zover hier van belang- een gevangenisstraf voor de duur van 281 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. De proeftijd is ingegaan op 27 juli 2000. Bij vordering d.d. 30 oktober 2001 heeft de officier van justitie de tenuitvoerlegging gevorderd van de bij voormeld vonnis voorwaardelijk opgelegde straf. De hiervoor in de zaak met parketnummer 17/080208-01 onder 1. en 2. bewezenverklaarde feiten zijn door verdachte begaan voor het einde van de bij voormeld vonnis gestelde proeftijd. De rechtbank zal op grond daarvan de tenuitvoerlegging gelasten van de aan verdachte bij voornoemd vonnis van 12 juli 2000 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf. TOEPASSING VAN WETSARTIKELEN De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 14g (oud), 33, 33a, 45, 57, 285, 300, 310, 311, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 13 en 55 van de Wet Wapens en Munitie. DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT RECHTDOENDE: Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte in de zaak met parketnummer 17/080208-01 onder 3. is telastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij. Verklaart het in de zaak met parketnummer 17/080208-01 onder 1. en 2., in de zaak met parketnummer 17/040072-01, in de zaak met parketnummer 17/031942-01 onder 1. en 2., in de zaak met parketnummer 17/032115-01, in de zaak met parketnummer 17/040174-01, in de zaak met parketnummer 17/020214-01 en in de zaak met parketnummer 17/020219-01 telastegelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar. Veroordeelt verdachte te dier zake tot: Een gevangenisstraf voor de duur van VIERENTWINTIG MAANDEN. Bepaalt, dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot ZES MAANDEN niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of gedurende die proeftijd de hierna te vermelden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd. Stelt als bijzondere voorwaarde, dat de veroordeelde: - zich bij het ingaan van de proeftijd meldt bij de Dr. Kuno van Dijk Stichting te Leeuwarden; - ervoor zorgt dat hij gedurende de proeftijd bereikbaar is voor genoemde reclasseringsinstelling; - zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens genoemde reclasseringsinstelling. Draagt genoemde reclasseringsinstelling op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen. Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht. Verklaart verbeurd de inbeslaggenomen waterpomptang. Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij. Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 17/080061-00 Gelast de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf, voorzover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de meervoudige kamer van de arrondissementsrechtbank te Leeuwarden d.d. 12 juli 2000, te weten: een gevangenisstraf voor de duur van 180 DAGEN. Dit vonnis is gewezen door mr. C.E.M. Daan-van Brink, voorzitter, mr. A.H.M. Dölle en mr. S.M. van der Schenk, rechters, bijgestaan door D.P. Postma-Westerhof, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 november 2001. Arrondissementsrechtbank Leeuwarden Sector strafrecht VERKORT PROCES-VERBAAL TERECHTZITTING Parketnummer: 17/080208-01 Ter terechtzitting gevoegde parketnummers 17/040072-01, 17/031942-01, 17/032115-01, 17/040174-01, 17/020214-01en 17/020219-01. Ter berechting gevoegd parketnummer 17/080175-01. Vordering na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 17/080061-00. Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van bovengenoemde arrondissementsrechtbank op 15 november 2001. Tegenwoordig: mr. C.E.M. Daan-van Brink, voorzitter, mr. A.H.M. Dölle en mr. S.M. van der Schenk, rechters, mr. O.F. Brouwer, officier van justitie en D.P. Postma-Westerhof, griffier. De voorzitter doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen. De verdachte, ter terechtzitting aanwezig, antwoordt op de vragen van de voorzitter te zijn genaamd: [verdachte], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], wonende te [adres], thans gedetineerd in HvB De Karelskamp (PI Almelo) te Almelo. Als raadsman van verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. M.J. van Rooij, advocaat te Leeuwarden. Ter terechtzitting is tevens verschenen R.J. Hoek van de Dr. Kuno van Dijk Stichting. De voorzitter verklaart het onderzoek gesloten en deelt mede, dat volgens de beslissing van de rechtbank de uitspraak zal plaats vinden ter terechtzitting van 29 november 2001 te 13:30 uur. Verdachte deelt mee afstand te doen van zijn recht bij de uitspraak aanwezig te zijn. Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier.